AP 7.215 —
voor een dolfijn
Nooit
weer gooi ik, uit de diepte opgedoken, van
vreugde
om
de wijdbevaren
zee, mijn kop omhoog,
nooit
weer zal ik blazend de prachtige dolboorden langs van
een
schip, genieten van het beeld op de boeg, mijn
beeltenis:
woeste golven hebben mij op de kust gesmeten,
en
hier lig ik – op het smalle strand.
index vertaling | Grieks | andere vertalingen | commentaar | volgende